U bent hier
“Een pan-Europese kieskring is nefast voor Vlaanderen en de Europese democratie”

De N-VA-delegatie in het Europees Parlement verzet zich tegen een voorstel over een nieuwe kieswet. Dat voorstel beoogt een zekere harmonisatie, maar wil bovenal een EU-breed kiesdistrict voor 28 extra Europese parlementsleden, te verkiezen op transnationale kieslijsten. “Eén grote federale kieskring bestaat nergens ter wereld. Dit staat ook haaks op de ‘eenheid in verscheidenheid’ die we moeten koesteren en zal de kloof tussen de burger en de EU alleen maar vergroten”, zegt N-VA-delegatievoorzitter Geert Bourgeois.
Burger vervreemdt van de EU
Transnationale lijsten verstoren de meest fundamentele democratische legitimiteit, namelijk de band tussen verkozenen en hun kieskring, de burgers die hen kennen. “De Europese Unie bestaat niet uit één ‘demos’, maar uit verschillende ‘demoi’”, beargumenteert N-VA-delegatievoorzitter Geert Bourgeois. “De burger zal de meeste kandidaten uit andere lidstaten niet kennen, spreekt hun taal niet, kan hen niet volgen en beoordelen noch met hen in debat treden. Zo vervreemdt de burger van de EU. Het zal de band tussen de parlementsleden en de kiezer verzwakken en het vertrouwen in de EU schaden.”
Institutioneel evenwicht in gevaar
Men wil de transnationale lijsten laten aanvoeren door een kandidaat-Commissievoorzitter. De bedoeling is duidelijk: een eerste stap zetten richting een Europees ‘presidentieel’ systeem. Dit brengt het institutioneel evenwicht in gevaar.
Ongezien
Een federale staat met federale kieskringen is wereldwijd ongezien: overal (Zwitserland, de V.S., Duitsland, Canada, …) stemt men per deelstaat. “De diverse, nationale dynamiek waarbij mensen op hun vertrouwde nationale partijen stemmen, volgens de verkiezingstradities van de individuele lidstaten, moet bewaard blijven. Dit zorgt voor meer betrokkenheid bij de verkiezingen”, aldus Geert Bourgeois.
Een Europese kieskring, bovenop de nationale kieskringen, creëert eerste- en tweederangs parlementsleden. Het gevaar bestaat bovendien dat kandidaten en lijsttrekkers uit grote lidstaten gaan lopen met het grootste aantal stemmen en zetels. Te vrezen valt dat kandidaten uit kleinere lidstaten niet verkozen geraken.
Tot slot: artikel 4 van het Verdrag bepaalt dat de EU de politieke en constitutionele basisstructuren van de lidstaten, waaronder die voor regionaal zelfbestuur, moet eerbiedigen. Hoe valt één kandidaat voor België per lijst te rijmen met het bestaan van drie kieskringen?